TRAPEZISTA

ik heb geen zitvlees meer
ik leef alleen als ik zweef
er hangen overal draden
waarmee ik niet ben verbonden
liever vertrouw ik
op een tweede trapeze
dan op een tweede paar handen
als ik zou vallen
je zou me moeten laten vallen
een vangnet is de dood
voor mijn act

To Top

AIBAR

je kent hem nog niet je loopt door
een aaibaar dorp met scherpe kantjes

het varken aan het spit
kreeg geen appel in zijn bek
alle zielen eten vlees vanavond
vuurspuwers maken er een feestje van

de spitdraaier heeft varengroene ogen
en minder grote handen dan je had verwacht
hij laat je zijn huis zien met uitgesleten
traptreden naar een kelder vol wijn

blijf hier maar slapen zegt hij
de lakens stinken naar zoete sigaren

's ochtends staan er strepen
in de verregende vacht van zijn paarden

WEER OF GEEN WEER

Laten we weer eens praten over de regen,
over het water dat naar zee is gestroomd
en over het water dat nog naar zee zal stromen
– wat doe je eraan, zo heet het, wij in elk geval niets.
Laten we het hebben over de elementen H en O,
een mooi stelletje, maar of ze dat zelf weten?
Waar blijven ze als water schaars wordt,
wat hebben ze los van elkaar om het lijf,
wat weet ik toch weinig van zelfs de meest basale chemie.
Laten we het weer eens hebben over de regen
en over chemie, over wanneer wat werkt en niet,
over welke druppel welke emmer doet overlopen
en over liever pompen dan verzuipen.
Al dat water dat naar zee is gestroomd,
kunnen we dat niet laten varen,
en al dat water dat nog naar zee zal stromen,
kan dat ons niet meevoeren?